Bij strokenteelt worden verschillende gewassen in naast elkaar gelegen stroken geteeld. Dit heeft als doel het verbeteren van de weerbaarheid van gewassen doordat ziekten zich tussen de stroken door minder snel kunnen verspreiden. Strokenteelt wordt daarnaast ook gezien als voorloper van integrale landbouw en pixelteelt, waarbij plantspecifieke teeltmaatregelen genomen kunnen worden.
Dirk van Apeldoorn is – als onderzoekdocent van Wageningen Universiteit en Research (WUR) en praktijkonderzoek open teelten in Lelystad – dagelijks bezig met de theorie en de praktijk van deze (nieuwe) vorm van akkerbouw. Van Apeldoorn werkt daarbij onder meer samen met Erf B.V. in Lelystad. “En de resultaten zijn hoopgevend”, zo stelt hij resoluut vast. Het belangrijkste doel van zijn twee functies is het onderwijs en de praktijk samen te brengen. Het thema wat daarbij momenteel centraal staat is ‘anders denken’. Van Apeldoorn stelt dat telers gevangen zitten in hetzelfde denkraam dat gebaseerd is op grootschalige monoculturen. “Alle machines en technologieën die ontwikkeld worden zijn daar ook op gericht. Wij proberen dan ook de technologen die dit bedenken te bereiken en de vraag te stellen of we met zijn allen wel met de goede dingen bezig zijn.”
Bloemenstroken tussen de gewassen
Eén van de gespreksonderwerpen is dan biodiversiteit. “De diversiteit met een vruchtwisseling van 1 op 4 lijkt nog redelijk op orde. Ook de gewasregistratie van 2017 in de akkerbouwgebieden ziet er fantastisch uit, maar we hebben het dan vaak gemakkelijk – bijvoorbeeld in Flevoland – over vijftig hectare aardappelen. Als je naar de natuur kijkt, dan zien we daar vijftig tot honderd soorten per hectare. Die verhouding is compleet zoek. Wij denken dan ook dat er meer met de natuur gewerkt moet worden. Niet alleen voor de bodemvruchtbaarheid, maar ook voor akkervogels en het terugdringen van mondiale ziekten. Een voorbeeld is roest in granen of phytophthora in aardappelen, dat zich vanuit Ierland zover Europa kon verspreiden omdat de ziektekiemen van plant naar plant konden klonen. Kijk naar het ras Elstar, dat is volledig terug te voeren naar één ras. Dat kan in mijn ogen niet duurzaam zijn.
Bij Erf BV in Lelystad is vorig jaar een experiment uitgevoerd met bloemenstroken tussen het gewas. Dat bleek beter te werken voor de biodiversiteit in de bodem, dan bijvoorbeeld een bloemenrand rondom een aardappelveld. Dat doet in principe niks voor de bodem of het gewas. Wel draagt dat bij aan de algemene biodiversiteit, wat natuurlijk ook goed is, maar de teler mag dan niet verwachten dat daar hogere opbrengsten uit voort vloeien.”
Meerdere ecosystemen samenbrengen
Van Apeldoorn houdt zich weg van oplossingen, maar pleit vooral voor het teruggaan naar de basis: wat heeft de plant nodig? “Luizen in graan kunnen op zich geen kwaad, maar trekken wel weer insecten aan die wel schade kunnen aanbrengen in de andere gewassen. Door strokenteelt toe te passen worden meerdere ecosystemen samengevoegd. Als we teruggaan naar het voorbeeld van bloemenranden dan zien we in metingen dat insecten die in de kool zitten, ’s nachts gaan schuilen in de bloemenstrook. Hierdoor overleefden er meer insecten en zagen we duidelijk minder luizen in de kool, dan op plekken waar geen strokenteelt was toegepast.”
Natuur inclusief
De experimenten bij Erf BV waren vooral gericht op biologische akkerbouwteelten, maar Van Apeldoorn ziet ook in de gangbare akkerbouw mogelijkheden: “Daar moet dan wel eerst een nog grotere omslag komen, want samenwerken met de natuur is in de gangbare teelt nog minder ingeburgerd dan bij biologische. Pas als er echt ‘natuur inclusief’ gewerkt gaat worden, dus niet gebaseerd op chemie, dan is strokenteelt ook voor gangbare teelten zinvol. We zien wel dat ook die telers met initiatieven komen die voortkomen uit het telen van gewassen in naast elkaar gelegen stroken. Deze zijn dan vaak ingegeven door een praktische inslag. Zo zien we bij het telen van penen dat er steeds vaker een grasstrook naast het penenveld wordt aangelegd. Dit om te voorkomen dat de penenteelt de bodem te veel aantast. Door tijdens het oogsten over die grasstrook te rijden – waar zich een goed doorgewortelde bodem heeft ontwikkeld – wordt bodemverdichting voorkomen.”
Pixelteelt: “De technologie faciliteert de ecologie”
De reden dat strokenteelt bij zowel biologische telers als gangbare akkerbouwers nog weinig wordt toegepast is volgens Van Apeldoorn mede te wijten aan de afwachtende houding van de Nederlandse boeren: “Het argument is vaak dat de techniek er nog niet op ingesteld is. Het klopt dat de meeste mechanisatie zich nog altijd richt op grootschalige monoculturen – dat gaf ik eerder al aan – maar het is niet zo dat er nog geen technologieën zijn om nu al met strokenteelt aan de slag te gaan. Dat hebben we bij Erf laten zien. Sterker nog: wij zijn als onderzoekers alweer een stap verder en zien in pixel-farming (op plantniveau begeleiden van de teelt, red.) een waardige opvolger van strokenteelt. Zo wordt er nu onderzocht welk gewas het beste naast een aardappelplant past, om zodoende de aardappel optimaal te faciliteren. In dat geval faciliteert de technologie de ecologie.”
Tussenstap
In feite is strokenteelt ‘slechts’ een (noodzakelijke) tussenstap om van monocultuur naar behoefte per plant te gaan, zo stelt de onderzoeker vast. “En precisielandbouw is eigenlijk het omgekeerde van hetgeen wij willen bereiken: dat richt zich op een zo homogeen mogelijk gewas, terwijl wij juist de heterogeniteit willen stimuleren. Vanuit de boeren is er heel veel interesse in stroken- en pixelteelt. De akkerbouwers willen zelf ook graag natuur inclusief gaan werken, denk bijvoorbeeld aan AgroForestry. Het experiment bij Erf liet ook zien dat de opbrengsten minimaal net zo hoog zijn, terwijl de kosten voor bijvoorbeeld ziektebestrijding veel lager zijn. Ook vanuit Europese landbouwprojecten wordt geprobeerd om in de hele keten die monocultuur te doorbreken. Daar is vanuit Brussel vijf jaar voor uitgetrokken. Ik hoop dat ik over enkele jaren duizelig ga worden van de biodiversiteit in het landschap”, zo besluit Van Apeldoorn met een knipoog naar zijn utopia.