De NAV is het eens met vier pijlers van de door minister Schouten gepubliceerde Agrarische ondernemerschap agenda. (1) het stimuleren van (nieuw) ondernemerschap, (2) het belonen van publieke diensten, (3) het versterken van de marktmacht van agrariërs en (4) het bevorderen van een gelijker speelveld. De NAV mist echter concrete plannen.
Net als de kringloopvisie en de uitwerkingsprogramma gewasbescherming blijft het bij heel veel goede bedoelingen. En een sterke overtuiging dat daarmee alles wel goed komt. Daar hebben wij wel de nodige kanttekeningen bij.
Agrarische ondernemerschapsagenda
Ten eerste vindt de NAV dat de merendeels hoogopgeleide agrarische ondernemers gewoon betaald moeten worden voor de goede kwaliteitsproducten die zij leveren. Een enkele agrarische ondernemer zal daarnaast een boerderijwinkel of een kinderopvang willen openen, maar dat geldt natuurlijk maar voor een kleine groep en is ook niet echt versterking van het verdienvermogen van de normale bedrijfsvoering. Betalen voor groene en blauwe diensten is dat wel, mits daar continuïteit in is en men niet van jaar tot jaar subsidies bij elkaar moet sprokkelen om te overleven.
De NAV ziet niet hoe een nieuw legioen aan onafhankelijke adviseurs de boeren zal helpen. Boeren hebben zelf veel kennis en inzicht en deze adviseurs moeten zeker niet de macht krijgen om het beleid op het bedrijf te bepalen.
Positie boer in de keten versterken
Dat de positie van de boer in de keten moet worden versterkt is duidelijk. De NAV gelooft niet dat transparantie over de margeverdeling in de keten zoals de Agro-Nutrimonitor die geeft; zal leiden tot een betere prijs voor de boer. In een ideale wereld misschien waar iedereen eerlijk wil delen, maar de realiteit is anders. We zien nu al dat producten die duurzamer geproduceerd worden maar korte tijd een hogere prijs opleveren. Daarna is de duurzamere werkwijze een algemene eis. Bovendien kan het als voorbeeld genoemde Hak wel meer betalen voor Planet Proof producten, maar als de retail vervolgens Hak boycot is dat snel afgelopen. Bij de retail geldt nog steeds ‘de laagste prijsgarantie’!
Gelijk speelveld
Wat betreft gelijk speelveld: ook hier vooral goede voornemens. De minister zal zich inspannen voor meer aandacht voor gelijke eisen wat betreft productiewijze in handelsverdragen; maar stemt in de tussentijd wel in met CETA. En een gelijk speelveld wordt ondertussen door de minister in het algemeen niet als voldoende argument gezien als de sector iets wil. Zoals zoals derogatie voor neonicotinoïden op bietenzaad. Een Europees duurzaamheidskeurmerk is mooi, maar wie zegt dat de consumenten daar extra voor willen betalen? De landbouw opereert al sinds de oprichting van de EEG in een Europese context en dus moeten maatregelen ook op Europees niveau geharmoniseerd zijn.
Sturen op doelen i.p.v. regels
De minister stelt duidelijk, dat zij het ondernemerschap van boeren wil bevorderen door te sturen op doelen en niet met allerlei regels. Dat vinden wij een heel goed plan en we stellen voor om daar dan ook meteen mee te beginnen. En dus niet zoals de afgelopen maanden steeds met nieuwe voorschriften te komen, zoals drempels in ruggenteelten e.d.. De minister stelt ook duidelijk dat zij niet op de stoel van de ondernemers wil gaan zitten maar doet dat tot nu toe wel vaak. Wat betreft het opheffen van belemmerende regelgeving zien wij nog geen enkele reactie van het ministerie op het in april verschenen rapport van CLM over onderzoek hierover (in opdracht van het ministerie).
Verdienvermogen van de boer
Kortom, veel goede intenties en inzicht waar de problemen zitten, maar een in onze ogen te aarzelende en optimistische agenda om echt zoden aan de dijk te zetten. Veel zaken die worden genoemd bevorderen vooral de duurzaamheid maar niet automatisch het verdienvermogen van de boer. Bij het lezen kwam bij ons vaak de vraag op ‘hoe dan?’ Plannen genoeg, maar de daden ontbreken tot nu toe grotendeels. Wanneer de minister echt in deze plannen gelooft, zal zij de bezem door de regelgeving moeten halen. En binnen de regering het ratificeren van CETA nog eens moeten durven bespreken en de onderhandelingen over Mercosur moeten stoppen.
De NAV steunt de pijlers en de intentie van de minister, maar wij zouden graag meer concrete acties zien.
Bron: NAV