De Nederlandse pootgoedsector is wereldwijd een begrip. Maar ook deze sector staat voor grote uitdagingen, vooral op het gebied van verduurzaming. Daarom stelt de NAK achttien hectare grond beschikbaar voor de Boerderij van de Toekomst. “Wij willen vooral zichtbaar maken wat wél werkt.”
Praktijkproeven op schaal
Met het Proef- en Controlebedrijf in Tollebeek beschikt de NAK over een unieke plek om duurzame innovaties op praktijkniveau te toetsen. “Bij de NAK werken we aan een heldere missie: het bewaken, bevorderen en borgen van de kwaliteit van Nederlands zaaizaad en pootgoed van landbouwgewassen. We bouwen mee aan een landbouwsector waarin kwaliteit waarde krijgt, toezicht vertrouwen brengt en wij de vanzelfsprekende partner zijn voor de sector.” aldus directeur Jan Duijsens tijdens het interview met Boerderij van de Toekomst.
Juist omdat de Nederlandse pootgoedsector vooroploopt, is het van belang dat kwaliteit en verduurzaming hand in hand gaan. “De grootste uitdaging is zonder twijfel de verduurzaming van de teelt. Tegelijkertijd willen we de kwaliteit hoog houden, want dat is waar Nederland om bekend staat. Minder middelen gebruiken én topproducten leveren vraagt om slimme innovaties.”
Betrokken bij de Boerderij van de Toekomst
De samenwerking met Wageningen University & Research (WUR) binnen de Boerderij van de Toekomst sluit daar goed op aan. “We zien het als een kans om onze centrale rol in de sector breder in te vullen. Met onze ruimte, kennis en middelen kunnen we de ideeën van morgen vandaag al testen. Er zit veel kracht in de samenwerking binnen de keten. Samen kunnen we de omslag maken.”
De NAK levert niet alleen grond, maar ook mankracht, machines en begeleiding. “Achttien hectare akkerbouwgrond en een team met mensen en machines dat de proeven begeleidt en uitvoert. De inhoudelijke invulling ligt bij WUR, maar wij denken mee en zorgen dat het in de praktijk werkt. Want uiteindelijk willen we dat het boeren helpt in hun dagelijkse werk.”
Transparantie en impact
De NAK wil vooral laten zien welke innovaties echt bijdragen aan een toekomstbestendige teelt. “Wij geloven sterk in het belang van praktijkproeven op schaal. Innovaties moeten niet alleen op papier werken, maar ook op het land. Door dat zichtbaar te maken, helpen we de sector om toekomstbestendige keuzes te maken.”
Als het aan hem ligt, wordt de impact van het project de komende jaren voelbaar in de hele sector. “Als we groen licht krijgen op de aanvraag van NAK, WUR en Agrofoodcluster, kunnen we aan de slag om het plan te concretiseren en daadwerkelijk uit te voeren. Ik hoop dat we dan echt kunnen aantonen welke nieuwe concepten wél werken en welke niet. Daar draait het voor ons om: eerlijk en transparant aantonen wat haalbaar is.”
Open houding naar innovatie
De NAK stapt bewust onbevooroordeeld in het project. “We hebben er bewust voor gekozen om open in te stappen, zonder voorkeuren. We zijn benieuwd naar alles wat langskomt. De vorige fase hebben we nauwgezet gevolgd, nu kijken we vol enthousiasme uit naar wat deze nieuwe fase gaat brengen.”
Vooruitkijkend is de ambitie van de directeur duidelijk. “Dan staat de Nederlandse pootgoedsector er nog steeds net zo sterk voor als nu, of sterker. Ik hoop dat we samen grote stappen hebben gezet op het gebied van duurzaamheid en dat we opnieuw hebben laten zien hoe deskundig en samenwerkingsgericht deze sector is. Want uitdagingen blijven komen, maar samen kunnen we ze aan.”
Bron: NAK




