De minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur (LVVN) heeft de aanvraag van BO Akkerbouw voor een verbindendverklaring voor de uienteelt gehonoreerd. Daarmee zijn uien – naast aardappelen, granen en suikerbieten – nu onderdeel van het onderzoeksprogramma van BO Akkerbouw. Akkerbouwers leveren met ingang van teeltseizoen 2025 een verplichte financiële bijdrage over iedere hectare waarop zij uien telen. Telers investeren daarmee gezamenlijk in kennis die nodig is voor een duurzame en renderende uienteelt.
BO Akkerbouw diende afgelopen najaar, op verzoek van de aangesloten telersorganisaties, een aanvraag in bij het ministerie van LVVN voor een verbindendverklaring voor de uienteelt. Het besluit van minister Wiersma van LVVN is te lezen in de Staatscourant van woensdag 5 maart. “De uienteelt kent een flink aantal uitdagingen. Telers hebben bij ons aangedrongen op het organiseren van collectieve financiering van onderzoek. We zijn blij dat de minister positief heeft gereageerd op het verzoek van de sector om dit te kunnen organiseren”, vertelt André Hoogendijk, directeur BO Akkerbouw. “Telers staan nu weer zelf aan het roer om de uitdagingen in de uienteelt structureel aan te pakken.”
Specifieke uitdagingen
Uien zijn voor veel akkerbouwers een belangrijk onderdeel van het bouwplan. Een gewas dat over de jaren heen goed blijkt te renderen. De teelt kent echter een aantal specifieke uitdagingen, zoals valse meeldauw, uien- en bonenvlieg en fusarium. Deze veroorzaken flinke schade en zijn steeds lastiger aan te pakken, onder meer door het krimpende middelenpakket. Ook onkruid en de beschikbaarheid van zoet water zijn voorbeelden van belangrijke thema’s in de uienteelt. De sector streeft naar een duurzamere teelt met concrete oplossingen en handvatten voor akkerbouwers.
“Dankzij de verbindendverklaring kan de sector investeren in specifieke kennis voor de uienteelt en worden uien een belangrijk onderdeel van onderzoeken die gaan over het bouwplan.”
Praktische maatregelen
Zowel fundamenteel als praktijkgericht meerjarig onderzoek zijn nodig om de benodigde kennis te genereren. Het programma Onderzoek en Innovatie van BO Akkerbouw voorziet daarin. Dit programma wordt gefinancierd met een bijdrage over iedere hectare waarop akkerbouwers aardappelen, suikerbieten en granen telen. Hoogendijk: “Nu we uien hieraan toevoegen, kan de sector investeren in specifieke kennis voor deze teelt en worden uien een belangrijk onderdeel van onderzoeken die gaan over het bouwplan. Kennis moet leiden tot praktische maatregelen waarmee akkerbouwers een toekomstbestendige uienteelt kunnen inrichten.”
Uireka
Veel relevant onderzoek naar uien vindt plaats binnen Uireka. BO Akkerbouw heeft op basis van de verbindendverklaring voor uien direct 100.000 euro toegekend aan het lopende onderzoek binnen Uireka voor 2025. Samen met alle partners in de uienketen en met vertegenwoordigers vanuit de teelt werkt BO Akkerbouw ook mee aan een vervolg van Uireka na 2025. Meer informatie over de financiering van Uireka staat in een document met vragen en antwoorden dat BO Akkerbouw vorig jaar samen met Holland Onion Association en GroentenFruit Huis heeft opgesteld.
Bijdrage per hectare
Met ingang van teeltseizoen 2025 gaan telers van zaaiuien, plantuien (1e en 2e jaars), zilveruien en sjalotten 16 euro per hectare betalen, waarbij een minimum areaalgrootte geldt van 1 hectare. De eerste factuur voor telers waar uien op staan, volgt eind 2025 op basis van de Gecombineerde opgave 2025. Sommige uientelers telen geen aardappelen, granen of suikerbieten en zijn daarom wellicht nog niet bekend met BO Akkerbouw. Het verzoek aan deze telers is om contact op te nemen met BO Akkerbouw en een machtiging af te geven voor het verstrekken van hun teeltgegevens voor de relevante gewassen.
Bron: BO Akkerbouw
