De start van het uien zaaien verloopt in Nederland en België dit voorjaar een stuk voorspoediger dan in de afgelopen twee jaar. Dankzij gunstige weersomstandigheden zijn telers in zowel het noorden als het zuiden van het land volop bezig.
Toch brengen de droge omstandigheden in sommige regio’s uitdagingen met zich mee, aldus De Groot en Slot.
Vroege start en snelle voortgang
Al in de laatste week van februari draaiden de eerste zaaimachines volop, wat vroeg is vergeleken met voorgaande jaren. In Nederland begon een handvol telers als eerste, niet veel later gevolgd door anderen dankzij het gunstige weer. Hoewel de nachttemperaturen de afgelopen weken relatief laag waren, bleek de grond na de vorst van afgelopen winter goed bewerkbaar.
Sinds begin maart is het tempo flink opgevoerd. Volgens schattingen van De Groot en Slot ligt het gezaaide areaal in Nederland inmiddels tussen de 50 en 60 procent, en dit neemt dagelijks toe. In België ligt dit percentage rond de 40 procent. Per regio zijn er duidelijke verschillen zichtbaar. Als we kijken naar het noorden dan geldt voor Groningen dat hier al veel zaaiwerk is verricht en naar schatting al zo’n 50 procent van het areaal in de grond zit. In Friesland ligt dit percentage iets lager en is tot begin deze week beperkt gezaaid, mede door de grondsoort. In Flevoland echter draaien de zaaimachines op volle toeren. In zuidelijk Flevoland is al zo’n 75 procent van het areaal ingezaaid, terwijl in Noord-Holland ongeveer 50 procent is gezaaid.
Kijken we naar Zuid-Nederland dan zien we dat in Noord-Brabant, Zeeland en Zuid-Holland de voortgang groot is. De vorstperiode heeft hier gezorgd voor een goed bewerkbare grond, waardoor loonwerkers op sommige plekken zelfs al klaar zijn.
Droogte vormt uitdaging
Ondanks de snelle voortgang is de droogte in sommige gebieden een probleem. Volgens Tom Langenberg, accountmanager van De Groot en Slot, zijn de zaaiomstandigheden in Oostelijk Flevoland over het algemeen goed, maar wordt het bovenin erg droog. “De neerslag is beperkt en de luchtvochtigheid blijft laag. Sommige telers hebben hun kans gegrepen en gezaaid, terwijl anderen liever wachten op regen. Dan is de grond vochtiger waardoor het zaad vaster komt te liggen”
Wendy Hilhorst, accountmanager in Noord-Holland en zuidelijk Flevoland, onderschrijft dit probleem: “Wat vorige week is gezaaid en waar geen regen van betekenis is gevallen, ligt het zaad op sommige plekken niet in vaste grond. Daar zal toch beregend moeten worden.” Ook in Zuid-Nederland worden de gevolgen van de droogte zichtbaar. In Noord-Brabant, Zeeland en Zuid-Holland zijn de eerste beregeningshaspels alweer gesignaleerd. Daarnaast kampen enkele percelen met plantuien met een tekort aan vocht.
Kieming en eerste bespuitingen
Op de vroegst gezaaide uien percelen zijn inmiddels de eerste kiempjes te vinden, wat duidt op een snelle opkomst. Desondanks hebben veel percelen behoefte aan een lichte regenbui. Sommige telers in het zuiden die afgelopen weekend wat regen kregen, hebben al een eerste bespuiting met bodemherbiciden uitgevoerd op hun uien.
Vooruitzichten
Hoewel het seizoen een vliegende start heeft gemaakt, blijft de neerslagverwachting een cruciale factor. Telers die nog niet hebben gezaaid, wachten bij voorkeur op regen om onder betere vochtomstandigheden te kunnen werken. Voor de reeds gezaaide percelen zal beregening op sommige plekken noodzakelijk zijn om een gelijkmatige opkomst te garanderen.
Het uienseizoen 2025 verloopt tot nu toe voorspoedig, maar de komende weken blijven spannend voor telers in Nederland en België.
Bron: De Groot en Slot
