Om middelen zo effectief mogelijk toe kunnen te dienen, hebben fabrikanten de afgelopen jaren verschillende systemen ontwikkeld. Nu luidt de vraag: welke techniek werkt het best? Met als motto ‘het gaat niet om de kleur, maar om de spuittechniek’ zette Delphy verschillende spuittechnieken op een rij tijdens de Demonstratiedag Spuittechnieken op 11 juni in Lelystad.
Een systeem dat met 99,8 procent driftreductie geregistreerd staat is de Wingssprayer. Dit systeem werkt met een spoiler en Wing, waarbij een luchtstroom de kleine spuitdruppels actief het gewas in stuurt. Eventueel kan een zogenoemde ‘dubbele Wing’ een extra luchtstroom toevoegen, waardoor het middel nog dieper het gewas in dringt.
Spuitadvies met Wingssprayer
Het advies voor een juiste toepassing van de Wingssprayer is om het gewas ‘missend te raken’. “Door de spuitboom dicht boven het gewas te brengen, zorgt de rijwind voor een luchtstroom die de plant laat bewegen en het middel het gewas in stuurt. Hiervoor hoeft de Wing alleen maar de toppen van het gewas te raken. Bijvoorbeeld voor het bestrijden van phytophthora in aardappelen is deze manier van werken interessant”, legt Bas Wijnhoven van Wingssprayer uit.
Voor bijvoorbeeld het spuiten tegen onkruiden in tarwe kan de Wing iets lager door het gewas worden gebracht. Door het slepen opent het gewas nog verder, waardoor indringing van het middel makkelijker wordt.
“Als een gewas nog fragiel is en veel grond nog kaal is, bijvoorbeeld bij jonge uien en bieten, kan de Wingssprayer ook worden ingezet als verlaagde spuitboom. Dan zit je nog steeds op een driftreductie van 95 procent.”
Lagere dosering met driftreducerende spuittechniek
Hierdoor kan vijftien tot twintig procent in middelen worden gereduceerd. Het advies is om direct met een tien procent lagere dosering van start te gaan, omdat het middel anders te hard op het gewas werkt.
De Wingssprayer trekt via een vacuüm de spuitdruppels het gewas in. Een optionele tweede Wing kan het middel nog dieper het gewas in laten dringen.
Doordat de Wingssprayer in de hoogste klasse van driftreducerende spuittechnieken valt, behoren verschillende spuitdoppen tot de mogelijkheden. “Meestal wordt er gekozen voor een 0,15 dop voor een kleine druppel. Soms is echter een grotere druppel wenselijk, bijvoorbeeld voor het beter afrollen van een bodemherbicide bij uien in het kramstadium.”
Daarom kunnen er gelijktijdig twee doppen gemonteerd worden, waardoor er eenvoudig gewisseld kan worden tussen de doppen, zonder deze steeds te hoeven demonteren.
Maar hoe zit het dan met het vangen van wind? Wijnhoven antwoordt: “Met een spuitboom van boven de 35 meter is ons advies om te kiezen voor boomstabilisatie. En draai rustig op de kopakker. Voor veel gebruikers is het ook even wennen en aftasten in het begin.”
Luchtzaktechniek van Hardi
Ron Smit van Homburg presenteert de Twin Force van Hardi met luchtzaktechniek. De luchtzakken creëren een afgeschermd gebied, waarbij via een luchtscherm de richting van de spuitdruppels wordt gestuurd. De hoek van de spuitdoppen speelt hierbij een belangrijke rol. Het resultaat hiervan is dat het spuitbeeld intact blijft, ondanks veranderende spuitomstandigheden.
Met een DRD-spuitdop van 50 procent heeft deze spuittechniek een driftreductie van 97,5 procent. Door te kiezen voor een dop uit de 75 procent DRD-klasse gaat de driftreductie naar 99 procent.
Met de vijfling-dophouder kunnen er verschillende doppen worden gemonteerd. Afhankelijk van het middel kunnen gebruikers wisselen tussen verschillende doppen.
Standaard op vijftig centimeter
De dopafstand en boomhoogte liggen hierbij standaard op vijftig centimeter. “Ook kleinere druppels, die normaal gesproken driftgevoelig zijn, worden in de luchtstroom gevangen en naar het gewas toegebracht”, meldt Smit.
Met een joystick in de cabine kan de stand worden geprogrammeerd.
Met een DRD-spuitdop van 50 procent heeft deze spuittechniek een driftreductie van 97,5 procent. Door te kiezen voor een dop uit de 75 procent DRD-klasse gaat de driftreductie naar 99 procent.
“Werken met een luchtzaktechniek is niet moeilijk. Je moet er even handig in worden”, vertelt Smit. “De Twin Force is vergelijkbaar met luchtinjectiesystemen in combinatie met een hoge luchtdruk, wat vroeger nog mocht worden toegepast. Door Twin Force op dezelfde manier te behandelen, kun je in de dosering omlaaggaan. Anders spuit je schade aan het gewas door de optimale bedekking.”
Agrifac met HighTechAirPlus (HTA)
Tijdens deze bijeenkomst presenteert Agrifac een zelfrijdende veldspuit, uitgerust met HighTechAirPlus (HTA) op een dopafstand van 25 centimeter. Dankzij deze spuittechniek kan de druppelgrootte eenvoudig worden aangepast vanuit de cabine, zonder dat er gewisseld hoeft te worden tussen doppen. Zo komt de juiste druppel op de juiste plek terecht, ongeacht de spuitomstandigheden. Dit leidt tot een lagere hoeveelheid liters per hectare en minder drift.
In de HTA-dop wordt automatisch de vloeistof met lucht gemengd tot de juiste druppelgrootte. Dit zorgt voor driftreductie volgens de DRT-lijst. Vanuit de cabine kan er worden gekozen tussen 75, 90 en 95 procent driftreductie, waarna het systeem de benodigde instellingen automatisch aanpast.
PFWM-doppen
Met PFWM-doppen (Pulse Width Frequency Modulation) is de druppelgrootte niet langer afhankelijk van de spuitdruk op basis van de rijsnelheid. In plaats daarvan is de afgifte per hectare grotendeels onafhankelijk regelbaar, ongeacht de druk in de spuitleiding.
De druk bepaalt nog steeds in grote mate de druppelgrootte en bladbedekking, maar dankzij PFWM kunnen de afgiftes per dop afzonderlijk worden aangepast. In combinatie met 100 Hz-aansturing en bochtencorrectie blijft de afgifte over de gehele spuitboombreedte constant, ook in bochten. Dit leidt tot een nauwkeurige en gelijkmatige afgifte over de gehele spuitboom.
AirFlowPlus ondersteunt spuittechniek
Samen met AirFlowPlus, Agrifac’s luchtondersteunende spuitboom, wordt een driftreductie van 97,5 procent behaald. Bovendien maakt deze combinatie variabele afgifte per dop mogelijk.
Amazone af fabriek 95% driftreductie
De zelfrijdende veldspuiten van Amazone hebben, tot 48 meter spuitboom, af fabriek een driftreductie van 95 procent.
Deze veldspuiten zijn uitgerust met elektrische doppenschakeling, afhankelijk van de spuitdruk. Dit gaat automatisch met één druk op de knop. De doppen kunnen zowel op vijftig als op 25 centimeter worden gebruikt.
Deze manier van werken maakt het mogelijk om rijenbespuiting uit te voeren op verschillende afstanden. “Hierdoor kun je minder middelen gebruiken, wat bespaart in kosten, maar uiteindelijk ook positieve gevolgen heeft voor de groei, en dus opbrengst, van het gewas”, vertelt Erwin Tessers van Kamps de Wild. Ook kunnen deze Amazone-veldspuiten als spotsprayers worden ingezet.
Daarnaast is deze spuit uitgerust met spuitboomgeleiding, zowel verticaal als horizontaal.
Wisselen tussen doppen gaat met één druk op de knop.
Vergeet CTS-systemen niet
Als laatste station op deze bijeenkomst stipt Tessers nog de benodigde CTS-systemen aan, die per 1 juli 2026 verplicht zullen worden. “Denk op tijd na over een CTS-systeem, want niet alle mechanisatiebedrijven krijgen het voor elkaar om dit systeem gedurende de winter op alle spuiten in Nederland te bouwen.”
Tekst en beeld: Kim Sjoers
