De bemesting van aardappelen blijft een jaarlijks terugkerende uitdaging voor akkerbouwers. Het vinden van de juiste balans tussen opbrengst, kwaliteit en milieuwinst is complex en sterk afhankelijk van lokale omstandigheden. Tijdens een recent webinar deelden verschillende telers en experts hun ervaringen met precisiebemesting en het gebruik van digitale tools zoals te vinden via Nutri-Check NET, een platform dat Europese kennis en hulpmiddelen voor bemesting bundelt.
Variabele omstandigheden vragen om maatwerk
De praktijk laat zien dat bemestingsstrategieën sterk verschillen per regio en bodemtype. Tim Verhagen van Delphy uit Zuidoost-Nederland vertelde dat zijn aardappelen op de zandgronden vlot opkwamen en weinig plantuitval vertoonden. Dankzij de goede bodemstructuur konden de wortels diep doorgroeien en voedingsstoffen efficiënt opnemen. Hierdoor bleek bijbemesting nauwelijks nodig.
In Noordoost-Nederland had Remon te Velde van Delphy andere ervaringen. Op gronden met een hoog organischestofgehalte leverde de bodem gedurende het seizoen voldoende stikstof na. Ondanks een natte zomer bleef de opbrengst goed, met hoge onderwatergewichten en een sterke zetmeelopbrengst. Wel viel de afrijpingsperiode korter uit dan verwacht.
De conclusie van beide telers: een gezonde bodemstructuur en lokale omstandigheden bepalen of en hoeveel bijbemesting zinvol is. Op zandgronden blijft vocht vaak de beperkende factor, terwijl klei- en veengronden juist langer voeding en water vasthouden.
Digitale ondersteuning: Nutri-Check NET
Milan Franssen van Delphy lichtte tijdens het webinar het project Nutri-Check NET toe. Dit Europese initiatief richt zich op het verbeteren van stikstof- en fosfaatbemesting in akkerbouwgewassen, waaronder aardappelen, tarwe en maïs.
Het platform verzamelde kennis uit 13 nationale bemestingssystemen, ruim 200 onderzoeksprojecten en meer dan 230 tools en services — zoals de Yara N-tester, mestmonsters en knolanalyses. Het doel: lokale precisie mogelijk maken, zodat telers op verschillende niveaus kunnen beslissen over de juiste hoeveelheid en timing van bemesting.
Binnen het project werken 26 Europese telersgroepen samen om ervaringen te delen en de bruikbaarheid van (digitale) hulpmiddelen te toetsen.
Ervaringen van telers en adviseurs
De eerste resultaten tonen aan dat de economische meerwaarde van efficiënter bemesten in Nederland niet altijd groot is, mede doordat bedrijven hier vaak kleinere percelen hebben en drijfmestgebruik de berekeningen vertroebelt. Toch zien telers en adviseurs duidelijke meerwaarde in bodemanalyse en digitale planningstools.
Een belangrijk aandachtspunt is echter het gebruiksgemak. Veel tools zijn zo uitgebreid dat begeleiding van een adviseur noodzakelijk blijft. De bereidheid om tijd te investeren in het invullen en interpreteren van data verschilt per teler. Kosten, vertrouwen in data en complexiteit vormen nog drempels voor brede toepassing.
In de praktijk: meten is weten
Volgens Geert-Jan van Roessel van Lambweston begint precisiebemesting met goed meten. Hij test verschillende aardappelrassen op één perceel om te zien hoe ze reageren op stikstof. Zo blijkt het ras Castor minder stikstof nodig te hebben, terwijl het goed bestand is tegen extreme weersomstandigheden.
Daarnaast blijkt de plantsapanalyse een waardevol hulpmiddel. Door in het veld bladstelen te verzamelen en direct te meten met een stikstofmeter, kun je snel zien of groeiremming te maken heeft met een tekort aan stikstof of kalium. Petra van Vliet van Eurofins benadrukt het belang van gecombineerde metingen. Bijvoorbeeld: een bodem kan rijk zijn aan kalium, terwijl het gewas toch kali-tekorten vertoont door slechte bodemstructuur of beperkte wortelactiviteit. Daarom is het zinvol om bodem- en gewasanalyse te combineren voor een volledig beeld van de nutriëntenhuishouding.
Naar precisiebemesting in de praktijk
De conclusie van het webinar is duidelijk: precisiebemesting biedt kansen, maar vraagt om kennis, tijd en vertrouwen in digitale hulpmiddelen. Platformen als Nutri-Check NET maken het mogelijk om de juiste tools voor een bemestingsvraag te vinden, en daarmee adviezen steeds beter af te stemmen op lokale omstandigheden. Daarbij kunnen zowel opbrengst als milieuwinst verbeteren.
Tekst: Esmee Groot Roessink
Beeld: Delphy



