Het is de afgelopen tijd extra moeilijk om het juiste bespuitingsmoment te bepalen, zo constateert Delphy-adviseur Wyncko Tonckens. De senior adviseur akkerbouw in de regio Noordwest-Nederland merkt dat veel telers moeite hebben om te bepalen wanneer ze het beste het land op kunnen: “De onkruidbestrijding is nog even lastig, omdat het zoeken van het juiste bespuitingsmoment moeilijk is gezien de stevige wind en lage temperaturen.”
Tonckens benadrukt dat het uitvoeren van bespuitingen nauw samenhangt met de temperatuur van dat moment: “Als er vorst of koude nachten zijn, dan moet je niet net daarvoor of daarna een bespuiting uitvoeren.” Hij beseft ook dat dat niet altijd gemakkelijk is: “De vorst van vorige week was ook extremer dan verwacht, daar kun je niet op managen. Het blijft buitenwerk en je bent van het weer afhankelijk. Het interpreteren van het weerbericht is niet altijd gemakkelijk.”
“Bij voorkeur bespuitingen in de ochtend uitvoeren”
De Delphy-adviseur hanteert hierbij zelf de volgende stelregel: “Ik zeg altijd: bij twijfel doe dan de bespuiting in de ochtend. Als je op dat moment merkt dat het nog vriest, dan weet je zeker dat je niets moet doen. Als het niet vriest, dan kun je zorgeloos je bespuiting uitvoeren.”
Tonckens vervolgt: “De wind is de laatste tijd behoorlijk hevig. De bespuitbare momenten zijn daardoor nog schaarser. Als het aldoor waait, kun je de onkruidbespuiting niet blijven uitstellen natuurlijk. Op een gegeven moment is het wel een keer nodig, dus dat is wel een aandachtspunt momenteel.”
Ondanks vorstschade, rustig voorjaar
Voor het overige spreekt Tonckens over een relatief rustig voorjaar: “Er is gelukkig nog niet veel regen gevallen, dus de meeste kunnen gewoon hun ding doen. Maar bij de onkruidbestrijding is het nog wel even lastig met het zoeken van het juiste bespuitingsmoment. Ook zijn er her en der nog best wel wat telers die met vorstschade kampen, vooral omdat de uitgangssituatie niet op elk perceel gelijk is, zien we daar nog wel wat problemen opdoemen.”
Relativeren
De achterblijvende groei baart hem vooralsnog geen zorgen. Al is het wel een feit dat na het kiemproces de gewasgroei momenteel duidelijk achterblijft. Tonckens: “De fase na het kiemen stagneert op dit moment door het koude voorjaarsweer. Het gewas staat heel snel boven, maar daarna houdt het op. In de uien en ook wel bij het graan zie je duidelijk dat er wat warmte op moet. Aan de andere kant zijn we ook blij dat alles gekiemd is en dat alles weer droog in de grond ligt. Het groeit nog niet zo hard, maar in het totale oogstproces heeft dat weinig effect. Het zal wellicht wat opbrengst kosten, maar vorig jaar rond deze tijd moest er nog heel veel ingezaaid worden. Je moet het ook kunnen relativeren.”