Hoeveel stikstof neemt een uiengewas op? Hiervoor is vaak verwezen naar proefresultaten van 30 jaar of ouder, gebaseerd op rassen die nauwelijks nog geteeld zijn. Ook de manier van bemesten is veranderd: waar vroeger vooral kunstmest werd gebruikt, zetten veel telers nu op zandgrond organische mest in. Binnen de Sectoraanpak Nitraat is men aan het onderzoeken hoe zaaiuien nu stikstof opnemen, onder actuele teelt- en klimaatomstandigheden en met gangbare meststoffen.
Het onderzoeksproject Stikstofopname uien en actuele inzichten voor bemesting op maat loopt van 2025 tot 2028. En is uitgevoerd door UIKC en Vertify in opdracht van BO Akkerbouw vanuit de Sectoraanpak Nitraat. Met de uitkomsten van dit onderzoek kunnen telers hun meststoffenkeuze en toedieningshoeveelheid beter afstemmen op het gewas, de stikstofefficiëntie verhogen, verliezen naar bodem en water beperken en toekomstbestendige bemestingsplannen opstellen.
Eerste resultaten: bodem levert meer stikstof dan verwacht
De eerste proeven laten zien dat de bodem ook zonder bemesting een flink deel stikstof levert. “Dit laat zien dat processen lang doorwerken en dat stikstofgiften uit het verleden effect hebben op het huidige gewas”, vertelt Arjan Mager, als agronoom betrokken bij de Sectoraanpak Nitraat. Hij benadrukt dat het idee dat uien met slechts een minimale stikstofgift zouden kunnen, geen stand houdt. De nawerking van organische bemesting uit de afgelopen vijf jaar levert meer stikstof aan het gewas dan veel telers beseffen.
Vier bemestingsstrategieën in de praktijk getest
In deze proef is gekeken naar stikstofopname en opbrengst bij vier bemestingsvarianten: onbemest, kunstmest, een combinatie van organische mest en kunstmest, en alleen drijfmest. Om stikstofverliezen beter te begrijpen, is elk veld na de oogst voor de helft ingezaaid met Japanse haver. “De eerste waarnemingen laten een goede start zien van de groenbemester”, zegt Jeffrey Mul, projectleider bij Vertify. De groenbemester moet helpen om de stikstof die anders zou uitspoelen, vast te leggen.
Binnen enkele weken is het Nmin-residu op drie bodemlagen gemeten, zowel op de helft met Japanse haver als op de helft zonder. In maart 2026 volgt een tweede meting. “Zo krijgen we inzicht in de stikstofopname door de groenbemester”, licht Mul toe. Mager vult aan: “Het N-mineraal 0 – 90 centimeter residu laat zien hoeveel minerale stikstof er onbenut in het bodemprofiel tot 90 centimeter is achtergebleven. Stikstof in de bovenste 30 centimeter wijst op processen van dit seizoen. Stikstof op 60 tot 90 centimeter is eerder verloren gegaan. Die informatie vormt de basis voor evaluatie en verbeteracties, bijvoorbeeld bij de keuze en timing van bemesting en groenbemesters.”
Vervolg: naar bemesting op maat
De eerste resultaten bieden nieuwe inzichten in de stikstofdynamiek rond uien. De komende metingen laten zien hoeveel stikstof groenbemesters daadwerkelijk vastleggen en hoeveel beschikbaar blijft voor het volgende gewas. Zo ontstaat een stevige basis voor bemesting naar behoefte: gericht, onderbouwd en passend bij de praktijk van nu én van morgen.
Bron: BO Akkerbouw




