Met de droge, zonnige dagen is de kans groot dat het land in de komende dagen voldoende opdroogt om te berijden. Daarmee breekt de periode van het voorjaarswerk weer aan: bemesten, een zaaibed maken en bieten zaaien.
Zaaibed klaarleggen
De structuur van de grond lijkt, mede door de vorst van de afgelopen weken, goed te zijn, aldus het IRS. Dit is makkelijk te verknoeien door te snel aan de slag te gaan. Een bewerking moet mogelijk zijn zonder noemenswaardige insporing. Brede banden met een lage bandspanning vergroten het contactoppervlak en verminderen insporing. Een antiluisdek kan, op kleigrond, onder andere voor de zaaibedbereiding zijn aangelegd met de kunstmeststrooier. Bij het maken van het zaaibed is de gerst of tarwe dan licht ingewerkt.
Een groenbemester is idealiter een paar weken voor het zaaien vernietigd, zodat het gewas al wat afgestorven is en stikstof op tijd vrij komt. Nachtvorst is vaak een uitgelezen kans om de grond vlak te leggen, zodat verder in het voorjaar het zaaibed in één keer klaargelegd kan zijn. Als daarbij in dezelfde werkgang gezaaid kan worden, dan is de berijding minimaal.
In een goed zaaibed heeft het zaad aansluiting met de vaste ondergrond en is afgedekt met circa twee centimeter losse grond. Probeer dus maximaal drie centimeter diep te werken en druk het zaaibed licht aan. Dat laatste verkleint de kans op schade door bodemplagen . Een grof zaaibed beperkt slakkenschade, meldt het IRS.
Zaaien
Na twee seizoenen waarin overwegend laat is gezaaid, blijkt het belang van voldoende groeidagen. Als de grond bekwaam is, is er vanuit dat oogpunt dan ook geen reden om te wachten met zaaien.
De volgende tips zijn goed om vooraf te weten:
• De nachten blijven nog koud met kans op nachtvorst. Onder de 3 °C ligt de groei stil, en bij aanhoudende temperaturen onder de 12 °C is de schietervorming bevorderd. Het is verstandig om af te wachten tot de temperatuur overdag stijgt, zolang de weersverwachting gunstig blijft. Bovendien staan de bieten sneller boven in een opgewarmd zaaibed, wat vreterij kan verminderen.
• Bij zaaien met een binnenvuller is voldoende rijsnelheid belangrijk om de cellen gevuld te houden. Vooral bij bewerken en zaaien in één werkgang kan de snelheid te laag liggen. Probeer minimaal 5 km per uur aan te houden.
• Meet de zaaiafstand een aantal keer na en controleer of er geen missers zijn. Hoe vroeger dat gesignaleerd wordt, hoe kleiner de gevolgen.
• Het zaad moet in de vaste grond liggen. Als het zaaibed te diep is losgemaakt, kan er beter wat dieper gezaaid worden om te voorkomen dat het zaad droog komt te liggen. Zaai echter nooit dieper dan vier centimeter. Te diep zaaien is niet bevorderlijk voor de opkomst en geeft plaaginsecten meer tijd om schade aan te richten.
Meer informatie over de zaaibedbereiding of zaaien is te vinden via de links naar de desbetreffende IRS-onderwerpen in dit bericht.
Bron en beeld: IRS