De stikstofkraan wordt komend jaar nog verder dichtgedraaid in NV-gebieden. Dit heeft grote gevolgen voor de toestand van de bodem. Aan het einde van de rit zorgt dit voor onvermijdbare lagere opbrengsten en een dalende bodemvruchtbaarheid, volgens Luc Remijn, Senior Teeltadviseur bij Delphy.
Daarom reikt hij in deze editie van Delphy’s Actuele Akkervraag praktische handvaten aan om de gevolgen van de nieuwe stikstofbeperkingen zoveel mogelijk te beperken.
Wat houden de nieuwe stikstofbeperkingen in?
“Een groot deel van Nederland is inmiddels toegewezen als NV-gebied. Voor deze gebieden zijn er in 2025 aanvullende stikstofbeperkingen aangekondigd. Afgelopen teeltseizoen lag de stikstofkorting in NV-gebieden op vijf procent ten opzichte van 2023. Komend seizoen neemt dit toe met vijftien procent, wat neerkomt op twintig procent stikstofreductie ten opzichte van 2023. Ook is in 2024 de stikstofruimte voor groenbemesters afgevlakt. Enkel na de teelt van graan, graszaad en koolzaad kan beroep zijn gedaan op zestig kilogram extra stikstof. De groenbemester dient uiterlijk 31 augustus te zijn ingezaaid en na 31 januari te zijn ondergewerkt.
Veel telers maken echter gebruik van ploegen in het najaar of hebben niet de mogelijkheid om zo lang groenbemesters te laten staan. Op deze bedrijven valt er dus nog meer stikstof weg. Op dit moment (5 december, red.) staat de stikstofkorting voor 2025 nog niet vermeld in het Staatscourant, maar het is voor telers goed om alvast te een plan klaar te hebben liggen.”
Wat voor gevolgen heeft dit?
“Met name rooigewassen met een hoge stikstofbehoefte, zoals aardappelen, knolselderij en uien, worden zwaar getroffen door deze aanvullende stikstofkorting. Dit zorgt voor lagere opbrengsten. Op dit moment is het mineraal-leverend vermogen in de bodem van veel percelen nog redelijk op pijl, maar op de lange termijn daalt de bodemvruchtbaarheid waarschijnlijk sterk door een verminderde aanvoer van mineralen en organisch stof uit organische mest.”

Wat kunnen telers hiertegen doen?
“Een bemestingsplan met ruimteberekening, voor het teeltseizoen, is noodzakelijk in de strategie van je bedrijf. Steken laten vallen in bemesting is onmogelijk. Verliezen dienen te worden beperkt en meststoffen moeten efficiënt worden ingezet. Ook is het bij een aantal gewassen, zoals bieten en aardappelen, aan te raden om tijdens het groeiseizoen grondmonsters te nemen om inzicht te krijgen in de stikstofbalans van je bodem. Bij aardappelen kan dit worden aangevuld met monsters van je gewas, bijvoorbeeld in de vorm van bladsap-analyses.”
Zijn er nog kansen voor andere vormen van bemesting?
“Rijenbemesting van stikstof is jarenlang naar de achtergrond verdwenen. Door het gebruik van voldoende stikstof uit organische meststoffen, met voldoende mineralisatie, viel de noodzaak hiervoor weg. De aanvoer van voldoende organisch stof, in de vorm van bijvoorbeeld rijenbemesting, zorgt er echter voor dat nutriënten geleidelijk en langer beschikbaar zijn voor het gewas. Hierdoor is er een hoger aanbod gedurende het seizoen en daalt de kans op uitspoeling van stikstof. Dit is interessant voor gewassen met een langer groeiseizoen en lage stikstofbenutting, zoals aardappelen en uien. Maar ook voor stikstofarme gronden met weinig mineralisatie en gronden met een matige bodemstructuur biedt dit kansen.
Daarnaast kan rijenbemesting zorgen voor stikstofbesparing. Uit recent onderzoek is gebleken dat in mais de stikstofbesparing tussen de twintig en dertig procent ligt. In uien en suikerbieten is dit maximaal tien procent. In aardappelen kan de besparing oplopen tot vijftien à twintig procent, maar dan moet de bodemstructuur goed zijn.
Ook vraagt rijenbemesting om aanpassing van je apparatuur. Met rijenbemesting kunnen we dus in theorie de nieuwe stikstofbeperkingen in de aardappelteelt halen. Op dit moment ligt de besparing in de praktijk nog zeker niet stabiel op twintig procent en heeft rijenbemesting nog de nodige uitdagingen, waardoor een combinatie van verschillende oplossingen noodzakelijk is.
Daarnaast zijn er door verschillende bedrijven testen gedaan naar andere bemestingsvormen, zoals fertigatie. Dit is een andere mogelijkheid om lokaal meststoffen toe te dienen, waar ook winst mee te behalen is. Wel vragen dit soort systemen om een grote investering, die wel terugbetaald moet worden.”
Zijn er ook kansen voor andere aardappelrassen?
“Veredelaars werken hard aan nieuwe aardappelrassen, die een lagere stikstofbehoefte hebben. Op Proefboerderij Rusthoeve in Colijnsplaat is in 2023 een proef uitgevoerd, waarin een drietal rassen met lagere stikstofbehoeftes werden vergeleken met vergelijkbare rassen, die een hogere stikstofbehoefte hebben. De ‘nieuwe’ rassen Kingsman van Select Potato, Etana en Jelly van Europlant zijn vergeleken met de bekende Agria en Innovator. De rassen kregen verschillende hoeveelheden stikstof toegediend.
Ook is gevarieerd in de watergift via fertigatie. Uit het onderzoek komt naar voren dat Kingsman, Etana en Jelly een vergelijkbare opbrengst gaven met een veel lagere stikstofgift. Het was natuurlijk ook een goed ‘groei’-jaar. Er was in het begin van het seizoen droogte, waardoor de aardappelen veel wortels hebben gevormd en vanaf eind juli voldoende neerslag, waardoor er volop mineralisatie in de bodem plaatsvond en stikstof goed vrijkwam. Voor telers is het interessant om te oriënteren naar nieuwe rassen. Ook vanuit de handel ontstaat er namelijk steeds meer ruimte voor dit soort rassen.”
Kunnen groenbemesters hun naam waarmaken?
“Dat groenbemesters meer zijn dan een middel om een hogere stikstofgift te verkrijgen, is inmiddels al wel bekend. Als je meerdere jaren aandacht geeft aan de teelt van de juiste groenbemesters, neemt het stikstofleverend vermogen van de bodem toe. Hoe eerder je groenbemesters zaait, hoe beter. Een langere plant gaat namelijk hand in hand met het achterlaten van een hoger stikstofgehalte. Ook kun je, door te werken met de juiste groenbemesters, het organisch stofgehalte op je perceel verhogen. Op deze manier kun je stap voor stap de toestand van je bodem verbeteren, wat onderaan de streep bijdraagt aan het stikstofleverend vermogen.
Probeer je groenbemesters dan ook zo laat mogelijk onder te werken. Niet alleen voor de wetgeving, maar ook omdat je dan zoveel mogelijk profijt hebt van het stikstofleverend vermogen van dit vanggewas. Denk hierbij in kleine stappen. Wellicht kan het op bepaalde percelen met lichtere gronden gemakkelijker worden toegepast dan je in de eerste instantie zou denken.”
Hoe kijk je naar het komende teeltseizoen?
“De nieuwe stikstofbeperkingen zullen grote gevolgen hebben. Dat de opbrengsten zullen dalen in NV-gebieden, is onvermijdelijk. In hoeverre de bodemvruchtbaarheid daalt, verschilt per bedrijf. Het is aan telers om bewuste keuzes te maken in de strategie van hun bedrijf. Is het bijvoorbeeld echt niet mogelijk om de groenbemesters tot 1 februari te laten staan? Dit geeft namelijk kansen voor meer stikstofruimte. En zo zijn er meerdere knoppen om aan te draaien op je bedrijf. Een goed passend bemestingsplan met ruimteberekening blijft hierin de basis, maar een flinke uitdaging is het wel om alles komend jaar weer netjes rond te breien.”
Tekst: Kim Sjoers
Beeld: Martin de Vries